Het signaal waarmee je satelliet-tv kijkt legt een ware ruimtereis af vanuit de tv-studio naar jouw televisie. En dat alles in een fractie van een seconde. Maar wat is de route van deze wonderlijk snelle reis?
Deze reis begint zodra de tv-uitzending start. Het vertrekpunt voor veel Nederlandse tv-zenders is vaak Hilversum. Hier staan, zoals je misschien wel weet, namelijk de meeste televisiestudio’s. In Hilversum, Luxemburg of een ander zogenaamd ‘uplink’-station in Europa maakt de uitzending zijn eerste tussenstop. Vanaf zo’n ‘uplink’-station wordt het signaal met tv-beelden en radio naar de ASTRA 1- en ASTRA 3-satelliet gestuurd. Dit zijn de satellieten waarmee jouw schotel en LNB (de ontvangstkop die op de schotel staat gericht) thuis in verbinding staan. Deze satellieten zijn de tweede tussenstop. Ze zweven in een geostationaire baan om de aarde. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar dat betekent dat de omlooptijd van de ASTRA-satellieten gelijk is aan die van de aarde. Vanuit het perspectief van de aarde staan ze dus altijd op dezelfde positie aan de hemel. Gelukkig maar, want anders zou je om de haverklap je schotel opnieuw moeten uitrichten en soms zelfs geen ontvangst hebben. Je kunt het signaal immers niet ontvangen als de satelliet aan de andere kant van de aardbol zweeft. De ‘footprint’ van de ASTRA 3-satelliet. Nadat de ASTRA 1- en ASTRA 3-satellieten de uitzending hebben ontvangen, is het tijd voor het volgende deel van de reis. Deze satellieten zenden het signaal namelijk weer terug richting aarde. Iedereen die zich binnen de ‘footprint’ bevindt kan de uitzending dan ontvangen. De footprint is het ontvangstgebied van een satelliet. Het is dus niet zo dat de satelliet een signaal speciaal naar jouw schotel verstuurt. Jouw schotel vangt het signaal op dat iedereen in het gebied óók kan ontvangen. Dit is ook de manier waarop providers van kabeltelevisie sommige van hun tv-uitzendingen opvangen. Met satelliet-tv ben je dus in feite je eigen provider.
Nadat de LNB het signaal opvangt, is het tijd voor het laatste deel van deze wonderlijke wereldreis. De LNB zet het satellietsignaal vervolgens om naar een digitaal signaal. Dit zendt hij daarna via een coaxkabel door naar de satellietontvanger. Daar begint de tv-uitzending aan het laatste deel van zijn reis. Dit gaat via de HDMI-kabel waarmee de televisie is verbonden met de interactieve satellietontvanger. De smartcard in de ontvanger zorgt ervoor dat de uitzending gedecodeerd wordt zodat je deze ook daadwerkelijk kunt bekijken op het scherm.
En vervolgens wordt de uitzending op het beeldscherm van je televisie getoverd. Like magic! ;-) In een fractie van een seconde heeft het signaal een reis gemaakt van meer dan 70 duizend kilometer. De ASTRA-satellieten staan namelijk op een afstand van ongeveer 36 duizend kilometer van de aarde. Hoe ver dat ook mag zijn: op die manier kijk jij wél in hoge kwaliteit satelliet-tv. En dat is één van de vele voordelen van satelliet-tv. Best bijzonder, toch?